Je moet niet zeggen, dit is nu mijn loatste weg,
Al zie je onder loden heem'len heg noch steg
Ons verlangen wordt vervuld, eens gloort de dag,
Present' zal onze stap slaan als een trommeslag.
Ver zun de palmen, vanwaar we gekomen zijn
Tot dit witte sneuwland, dragend onze pijn,
-Bendekt, dat waar één spat zal vallen van ons bloed
Daar spruit een nieuw gewas, de bloem heet: moed!
De morgen vergeldt wat ons heden werd misdaan,
Wat gisteren was zal met de vijand onder gaan,
En als het licht toeft, partisaan, betrek de wacht
Als een parool zal dit lied rondgaan door de nacht...
Niet met inkt ist dit lied geschreven maar met bloed,
Geen vogel zong het als een blije ochtendgroet,
Tussen puin en vallende muren is 't ontbloeid,
Gemarteld volk zong het, geslagen en geboeid.
Je moet niet zeggen, dit is nu mijn laatste weg,
Al zie je onder loden heem'len heg noch steg,
Ons verlangen wordt vervuld, eens glort de dag.
Present! zal onze stap slaan als een trommeslag.